Jaarprogramma 2003-2004 | Home
Dinsdag 3 februari 2004
dr. John van Opstal (Kath. Universiteit Nijmegen)
“Leren horen”: plasticiteit van het menselijk richtinghoren
Om de richting van een geluidsbron te kunnen bepalen moeten onze hersenen het
akoestisch signaal op verschillende manieren bewerken. Ten eerste ontstaat er
dankzij de eindige geluidssnelheid een faseverschil tussen de twee oren wat
systematisch afhangt van de geluidsrichting in het horizontale vlak (azimut).
Ten tweede zorgt de hoofdschaduw voor een verzwakking van m.n. hoogfrequente
geluiden, die systematisch varieert met de azimuthoek. Deze twee binaurale
verschilkenmerken worden door aparte circuits in het brein verwerkt. Eén van
deze circuits is intussen ontrafeld en zal kunnen worden gedemonstreerd.
Om lokalisatie in het verticale vlak (elevatie) mogelijk te maken is het nodig
om de complexe spectrale vervorming van het geluid door de oorschelp, hoofd en
schouders te gebruiken. Dit is een patroonherkenningprobleem. Ondanks het feit
dat dit probleem inherent onoplosbaar is voor het brein, zijn mensen toch in
staat i.h.a. zeer nauwkeurig geluiden te lokaliseren. Ik zal een model schetsen
wat dit kan verklaren.
Daarnaast veranderen deze geluidskenmerken voortdurend tijdens de groei, bij
beschadigingen, of door ouderdom. Het wordt dan ook algemeen aangenomen dat de
hersenen deze kenmerken dienen te kalibreren door de auditief waargenomen
geluidsrichting, waar mogelijk, te vergelijken met waarnemingen van andere
sensorische systemen, zoals bijv. de visus. In deze voordracht zal ik ingaan op
de diverse mechanismen van geluidslokalisatie.
Vervolgens laat ik een aantal recente resultaten uit ons laboratorium zien die
het plastisch vermogen van het auditief systeem aan veranderde akoestische en
visuele omstandigheden aantonen.
Terug naar het Jaarprogramma | Home