Universiteit Utrecht Faculteit Farmacie


Farmaceutische Analyse

Schriftelijke toets Grondstoffenonderzoek, 9 mei 2001

Raadpleeg bij de beantwoording van deze vragen de bijlage.

Raadpleeg ook de uitwerking van dit tentamen.


Monografie Zopiclone (1998:1060)

(In de laatste zin van de tekst van de test op related substances zijn twee percentages onleesbaar gemaakt.)

Lees de monografie aandachtig door en beantwoord de genummerde vragen. Geef altijd een (beknopte) toelichting en verduidelijk het antwoord waar mogelijk met berekeningen. Zie ook de formules op het tweede blad.

IDENTIFICATION A.

1. Bereken de extinctie bij het maximum die men bij het uitvoeren van reactie A dient te vinden voor zopiclone als we een kwartscuvet gebruiken met een weglengte van 1 cm.

Appearance of solution.

2. Geef punt voor punt aan hoe de test volgens (2.2.2.) voor de kleurvergelijking moet worden uitgevoerd.

(NB. Volgens methode I moet horizontaal worden beoordeeld, volgens methode II verticaal.)

Optical rotation.

3. Bereken met hoeveel % m/m van de 5R-vorm van zopiclone we het 5RS-enantiomerenmengsel maximaal verontreinigen kunnen voordat de eis voor de optische rotatie wordt overschreden. De specifieke optische rotatie van de 5R-vorm is 35�.

Related substances.

4. Hoe noemt men een test zoals die m.b.v. referentieoplossing (c) wordt uitgevoerd, en wat is de bedoeling ervan?

Het chromatogram van referentieoplossing (c) levert de volgende gegegevens op:

De piek van zopiclone heeft een retentietijd van 1683 seconden, die van zopiclone oxide 1865 s.

De piek van zopiclone bevindt zich in het chromatogram op 332 mm van het startpunt.

De breedtes van de pieken op halve hoogte: zopiclone 5 mm, zopiclone oxide 7 mm. De hoogtes van deze pieken zijn resp. 163 en 141 mm.

5. Bereken of de resolutie tussen beide pieken aan de eisen voldoet.

2-Propanol.

6. Geef een schets van de gaschromatogrammen die hier zullen ontstaan.

7. Laat zien hoe het gehalte aan 2-propanol met behulp van deze chromatogrammen moet worden berekend.

Heavy metals.

8. Geef twee mogelijke redenen waarom men hier gebruik maakt van de zware-metalen-test C, en niet van A of B.

9. Geef aan waarom de pH na toevoeging van het thioacetamide reagens 3,5 moet zijn (buffer).

Sulphated ash.

Voor deze test is 0,97 g van de grondstof afgewogen in een platina kroes die schoon uit de verpakking 17,3647 g woog, en na een kwartier gloeien en vervolgens weer afkoelen 17,3651 g. Na de gehele proceduren van gloeien met zwavelzuur, etc. volgens 2.4.14 weegt de kroes na afkoelen 17, 3647 g. Na herhalen van deze procedure is het gewicht 17,3646 g.

10. Leg uit of dit monster aan de eis voor de sulfaatas voldoet.

ALGEMEEN:

11. Bereken hoeveel % van verontreiniging A (zie IMPURITIES) er maximaal als verontreiniging in zopiclone aanwezig mag zijn?

12. Bereken hoeveel % natriumchloride er maximaal als verontreiniging in zopiclone aanwezig mag zijn?

13. Zopiclone bindt aan benzodiapine-receptoren. Welke test(en) uit de monografie is/(zijn) van belang voor de werkzaamheid van de grondstof voor het geval er geneesmiddelen uit bereid worden?

 VERSLAG VAN EEN ONDERZOEK

Hier volgt een beknopt verslag van het onderzoek aan een monster van de grondstof zopiclone. (NB. Dit is een ander dan de in vorige vragen bedoelde monsters.)

a. Het IR-spectrum van een KBr-plaatje met de grondstof komt exact overeen met het referentiespectrum van een dergelijk plaatje met zopiclone in de map van de referentiespectra.

b. Oplossing S is troebeler dan water, doch minder troebel dan referentiesuspensie II.

c. Oplossing S is even kleurloos als water.

d. De bij optische rotatie voorgeschreven testoplossing heeft een gemiddelde rotatie (2 dm buis) van 0,01 graden. Als gemiddelde rotatiehoek van de met water gevulde buis wordt gevonden 0,015 ˚.

e. Bij de test op verwante verbindingen zijn de volgende resultaten gevonden:

De uit het chromatogram van referentieoplossing (c) berekende resolutie is 4,0.

De piek in het chromatogram van referentieoplossing (a) heeft een oppervlak van 3645 eenheden.

De piek in het chromatogram van referentieoplossing (b) heeft een oppervlak van 1212 eenheden.

Het chromatogram van de testoplossing vertoont naast de hoofdpiek een drietal nevenpieken. De oppervlakken van deze pieken zijn resp. 2613, 1955 en 1200 eenheden.

f. Omdat er voor dit onderzoek niet een GLC beschikbaar was is het onderzoek op 2-propanol uitbesteed aan een extern laboratorium. Uit de rapportage hierover blijkt dat het onderzoek deugdelijk is uitgevoerd, en dat het gehalte aan 2-propanol 0,6% m/m bedraagt.

g. Bij de test op zware metalen is geconstateerd dat de testoplossing, de standaardoplossing en de blanco alle drie een geelbruin kleurzweempje hebben, juist onderscheidbaar van demiwater.

h. Er is een sulfaatas gevonden van 0,0%, met alle voorzorgen correct bepaald.

i. Voor de gehaltebepaling (in duplo) is van de grondstof afgewogen 322,1 resp 298,4 mg. Het verbruik aan de titervloeistof perchloorzuur, temp. 19,7 �C, was 8,25 resp 7,61 ml. De titer van het perchloorzuur, gesteld bij 20,7 �C was 0,0987.

14. Geef bij elk van bovenstaande punten, met redenen omkleed, de bijbehorende conclusies in termen van: voldoet/voldoet niet/nader commentaar. Bereken het gehalte. Geef tevens een eindconclusie.

Bijlage

 

ATOOMMASSA'S

H = 1 Cl = 35,5 N = 14 Na = 23 O = 16 S = 32

  

FORMULE: RESOLUTIE CHROMATOGRAFIE (uit 2.2.46, waar 2.2.29 naar verwijst)

Rs = 1,18 (tr,b - tr,a) / (w0,5a + w0,5b)

met tr,a en tr,b als de retentietijden of de afstanden langs de besislijn van de loodlijnen van de maxima van beide pieken, en w0,5,a en w0,5,b als de piekbreedtes op halve hoogte.

  

FORMULE: TEMPERATUURCORRECTIE WATERVRIJE TITRATIES (uit: 0,1 M perchloric acid)

Vc = V [ 1 + (t1 - t2) 0,0011 ] met Vc = gecorrigeerde volume en V = gemeten volume.


Farmaceutische Analyse 5e-jaar |

18 mei 2001
Staf Farmaceutische Analyse 5e-jaar