Universiteit Utrecht Faculteit Farmacie


Farmaceutische Analyse

Toets Analyse van Bereidingen 18 juni 1999


Geef bij elke vraag zonodig een berekening en verklaar altijd het antwoord, ook al wordt dit niet expliciet aangegeven !
Succes !

Raadpleeg bij de beantwoording van deze vragen de bijlage.

Raadpleeg ook de uitwerking van dit tentamen.


Vraag 1 - 4 hebben betrekking op het onderstaande preparaat:
dextropropoxyfeen hydrochloride 100 mg
acetylsalicylzuur 400 mg
lactose qs ad capsules nr. 0

NB: qs ad = zo veel als nodig om een capsule maat 0 te vullen

Vraag 1 (15 punten)

Geef aan hoe de volgende bestanddelen uit dit preparaat ge�soleerd kunnen worden voor het maken van een IR-spectrum. Geef tevens aan of hierbij speciale voorzorgen genomen moeten worden.

  1. Dextropropoxyfeen hydrochloride
  2. Acetylsalicylzuur
  3. Lactose

Vraag 2 (20 punten)

  1. Is het spectroscopisch onderzoek dat in de Farmacopee onder IDENTIFICATION: B voor dextropropoxyfeen in de monografie vermeld staat een voor deze stof specifieke identiteitsbepaling ? Licht uw antwoord toe.
  2. In welke mate is dit spectrum afhankelijk van de pH van de oplossing ?
  3. Kan dit spectrale onderzoek direct op het mengsel uitgevoerd worden ?

    Een student heeft op het practicum het gehalte dextropropoxyfeen hydrochloride bepaald door in een oplossing van dit preparaat, na filtratie, de rotatie te meten en deze te vergelijken met de in de monografie opgegeven specifieke rotatie.

  4. Wat is uw mening over de bruikbaarheid van het door de student gevonden gehalte? Geef voor uw conclusie tenminste 3 argumenten.

Vraag 3 (10 punten)

  1. Is het mogelijk de gehaltebepaling uit de monografie van acetylsalicylzuur te gebruiken voor de bepaling van het gehalte van acetylsalicylzuur in dit preparaat ? Beargumenteer uw antwoord.
  2. Beredeneer of het mogelijk is acetylsalicylzuur in dit preparaat te bepalen door middel van een directe titratie met 0,1 M natronloog.

Vraag 4 (25 punten)

Geef bij elk van de volgende titraties aan of deze geschikt is voor de bepaling van dextropropoxyfeen in dit preparaat. Licht uw keuze telkens kort toe.

  1. Titratie met perchloorzuur in een milieu van watervrij azijnzuur met potentiometrische eindpuntsindicatie,
  2. Titratie met perchloorzuur in een azijnzuuranhydride milieu met potentiometrische eindpuntsindicatie,
  3. Titratie met loog in een alkoholisch milieu met potentiometrische eindpuntsindicatie,
  4. Titratie met dioctylsulfosuccinaat met dimethylgeel als indicator in een water/chloroformsysteem bij pH 8,2,
  5. Titratie met dioctylsulfosuccinaat met dimethylgeel als indicator in een water/chloroformsysteem bij pH 2,8.

Vraag 5 ( 30 punten)

In een bereiding van oogdruppels wordt chloorhexidine acetaat gebruikt als conserveermiddel. In een controlelaboratorium dat dit preparaat moet keuren, wordt het gehalte chloorhexidine acetaat bepaald met behulp van een HPLC methode.

In een aantal preparaten blijkt echter dat de piek van chloorhexidine samenvalt met die van het werkzame bestanddeel. Een mogelijk alternatief voor deze bepaling is de polarografische bepaling van chloorhexidine. Deze methode wordt daarom aan een nader onderzoek onderworpen. Hiertoe worden zowel de HPLC-methode als de polarografische methode toegepast op een tiental preparaten afkomstig van verschillende fabrikanten. De analyseresultaten staan vermeld in de onderstaande tabel.

monster gehalte
HPLC methode (%)
gehalte
polarografische methode (%)
A 0.0111 0.0110
B 0.0100 0.0096
C 0.0105 0.0106
D 0.0111 0.0116
E 0.0087 0.0094
F 0.0094 0.0092
G 0.0100 0.0106
H 0.0107 0.0107
I 0.0099 0.0104
J 0.0198 0.0200

  1. Bereken of de uitkomsten verkregen met de polarografische methode met 95% betrouwbaarheid significant afwijken van die verkregen met de HPLC methode. Geef de volledige berekening.
  2. Geef aan op welke manier kan worden vastgesteld welke van de beide methoden het best reproduceerbaar is.

    Voor de gehaltebepaling moet voor beide methoden gebruik gemaakt worden van een officiele standaard referentie chlorrhexidine acetaat met een bekend gehalte.

  3. Is het ook mogelijk om zonder deze standaard referentie de juistheid van de polarografische methode te onderzoeken ? Beargumenteer uw antwoord.

Bijlage

Dextropropoxyphene hydrochloride

DEFINITION
Dextropropoxyphene hydrochloride contains not less than 98.5 per cent and not more than the equivalent of 101.0 per cent of (1S,2R)-1-benzyl-3-dimethylamino-2-methyl-1-phenylpropyl propionate hydrochloride, calculated with reference to the dried substance.

structuurformule dextropropoxyphene hydrochloride

C22H29NO2, HCl
MR= 375.9

pKa = 6,3
specfieke extinctie: lmax= 257 nm; E1%1cm= 12

CHARACTERS
A white or almost white, crystalline powder, very soluble in water, freely soluble in alcohol, practically insoluble in ether.

IDENTIFICATION
B. Dissolve 50.0 mg in 0.01M hydrochloric acid and dilute to 100.0 ml with the same acid. Examined between 220 nm and 360 nm (2.2.25 ), the solution shows three absorption maxima, at 252 nm, 257 nm and 263 nm and two shoulders, at 240 nm and 246 nm. The ratio of the absorbance at the maximum at 257 nm to that at the maximum at 252 nm is 1.22 to 1.28. The ratio of the absorbance at the maximum at 257 nm to that at the maximum at 263 nm is 1.29 to 1.35. The test is not valid unless, in the test for resolution (2.2.25 ), the ratio of the absorbances is not less than 1.5.
TESTS: Specific optical rotation (2.2.7 ). Dissolve 0.100 g in water R and dilute to 10.0 ml with the same solvent.
The specific optical rotation is 52� to 57�.

Acetylsalicylic acid

CHARACTERS
A white, crystalline powder or colourless crystals, slightly soluble in water, freely soluble in alcohol, soluble in ether.

structuurformule acetylsalicylic acid

C9H8O4
MR= 180.2

pKa = 3,5
specifiek extinctie:
zuur: lmax= 230 nm; E1%1cm= 405, lmax= 278 nm; E1%1cm= 68

base: lmax= 231 nm; E1%1cm= 409, lmax= 298 nm; E1%1cm= 231

ASSAY
In a flask with a ground-glass stopper, dissolve 1.00 g in 10 ml of alcohol R. Add 50.0 ml of 0.5M sodium hydroxide. Close the flask and allow to stand for 1 h. Using 0.2 ml of phenolphthalein solution R as indicator, titrate with 0.5M hydrochloric acid. Carry out a blank titration.
1 ml of 0.5M sodium hydroxide is equivalent to 45.04 mg of C9H8O4.


Farmaceutische Analyse 5e-jaar |

10 september 1999
Staf Farmaceutische Analyse 5e-jaar