Jaarprogramma 2005-2006 | Home
Dinsdag 13 december 2005
prof. dr. A.P. Hollander (Faculteit der Bewegingswetenschappen, VU, Amsterdam)
Grenzen aan sportieve prestaties
Het fysiek prestatievermogen van de mens, zoals dat bijv. tot uiting komt in de
sport, kent grenzen. Bepalende factoren daarbij zijn o.a. uithoudingsvermogen,
spierkracht en coördinatie. Ongeveer 90 jaar geleden werd het mogelijk om een
eenduidige maat toe te kennen aan het begrip uithoudingsvermogen, namelijk de
maximale zuurstofopname. In de loop van die negentig jaar blijkt de maximale
zuurstofopname van (top)sporters nauwelijks te zijn toegenomen. Met betrekking
tot deze factor kan gesteld worden dat de grens van het prestatievermogen wel
ongeveer bereikt is. Omdat het menselijk prestatievermogen veel meer door
genetische factoren dan door training wordt bepaald, valt ook door middel van
training geen aanmerkelijke verbetering te verwachten. In hoeverre de grenzen
van spierkracht en coördinatie reeds zijn bereikt, is minder duidelijk. De vraag
of langs die weg nog aanzienlijke prestatieverbeteringen verwacht mogen worden,
is niet eenduidig positief te beantwoorden.
Toch blijven met grote regelmaat wereldrecords nog steeds verbeterd te worden.
Een boeiende vraag is dan ook waarom gegeven de beperkingen in het menselijk
prestatievermogen, er nog steeds wereldrecords verbeterd worden. Op een aantal
aspecten van die ogenschijnlijke tegenstelling zal worden ingegaan.
Terug naar het Jaarprogramma | Home