Jaarprogramma 2004-2005 | Home
Dinsdag 2 november 2004
prof. dr. D. Frenkel (AMOLF, Amsterdam)
Simulatie van het ontstaan van kristallen
Kristallen kunnen ontstaan als een vloeistof wordt afgekoeld beneden het
vriespunt. Om een kristal te vormen moet een aantal vloeistofmoleculen spontaan
geordend bij elkaar gaan zitten. Het gebeurt vaak dat een handvol moleculen
spontaan een minikristalletje vormen. Maar dat is niet stabiel en valt weer uit
elkaar. Om door de groeien moet zo’n spontaan gevormd kristal een kritieke massa
hebben: kristallen groter dan deze kritieke massa (de “kritieke
kiemgrootte”) groeien spontaan door tot een macroscopisch kristal, kleinere
niet. De snelheid waarmee homogene kristalnucleatie optreedt wordt geheel
bepaald door de eigenschappen van de kritieke kiem. Helaas is het - tot nu toe -
vrijwel onmogelijk om kritieke kiemen direct waar te nemen. De reden is
eenvoudig: het gebeurt maar heel zelden dat de moleculen een kritieke kiem
vormen - en als het dan gebeurt is het zo voorbij. Bovendien weten we niet van
tevoren waar in de vloeistof de kiem zal ontstaan.
Met simulaties kunnen we tegenwoordig wel het kritieke moment in de
kristallisatie nabootsen. Uit de berekeningen blijkt dat kristallisatie
complexer is dan we hadden gedacht...
Terug naar het Jaarprogramma | Home