Universiteit Utrecht Faculteit Farmacie


Farmaceutische Analyse

Schriftelijke toets GRONDSTOFFENONDERZOEK 3 mei 1999

Raadpleeg ook de uitwerking van dit tentamen. Opmerkingen vooraf

Vraag 1 (monografie Dexpanthenol, bijlage 1) - 5 punten

Op welke reactie berust de blauwkleuring bij identiteitsreactie met kopersulfaat en natronloog ?

Vraag 2 (monografie Dexpanthenol, bijlage 1) - 25 punten

  1. Welke rotatie vertoont oplossing S indien het preparaat aan de eis van de specifieke rotatie voldoet ?
  2. Waarom wordt bij het vaststellen van de identiteit de specifieke rotatie gebruikt ?
  3. Welke conclusie zou er getrokken moeten worden omtrent de identiteit van de stof indien de grondstof geheel aan de monografie voldoet met uitzondering van de specifieke optische rotatie welke 0 graden bedraagt ?
  4. Welke conclusie zou er getrokken moeten worden indien de waarde voor de specifieke rotatie 20 graden bedraagt ?
  5. Welke conclusie zou er getrokken moeten worden indien voor de specifieke rotatie een waarde van 63,0 graden gevonden wordt ?

Vraag 3 (monografie Dexpanthenol, bijlage 1) - 10 punten

  1. Noem twee mogelijke redenen waarom in deze monografie een onderzoek op 3-aminopropanol opgenomen is.
  2. Hoeveel procent 3-aminopropanol wordt er bij het zuiverheidsonderzoek in het preparaat toegestaan ? Op de plaats van de betreffende waarde staat in de monografie (**).

Vraag 4 (monografie Dexpanthenol, bijlage 1) - 10 punten

Raadpleeg zo nodig over de aantoning van zware metalen bijlage 3.

  1. Wat is de maximale hoeveelheid zware metalen die in dit preparaat toegelaten wordt ? Op de plaats van de betreffende waarde staat in de monografie (***)
  2. Geef aan welke reacties een rol spelen bij het aantonen van lood met het thioacetamide reagens.

Vraag 5 (monografie Dexpanthenol, bijlage 1) - 5 punten

Welke verontreinigingen worden er door de bepaling van de sulfaatas uitgesloten ?

Vraag 6 (monografie Dexpanthenol, bijlage 1) - 20 punten

  1. Op welke reacties berust de gehalte bepaling van dexpanthenol ?
  2. Hoeveel ml 0.1 M kaliumwaterstofftalaat worden bij de titratie verbruikt indien de titer van het perchloorzuur en het kaliumwaterstofftalaat extact 0,1 M bedragen en indien er 0,400 g geheel zuivere, droge dexpantothenol wordt afgewogen ?
  3. In welk oplosmiddel zou het titrans kaliumwaterstofftalaat voor deze titratie opgelost moeten worden ?
  4. Hoeveel ml wordt er voor de "blanco titratie" getitreerd ?
  5. Indien het dexpantothenol 10 procent 3-aminopropanol zou bevatten, welk gehalte zou er dan bij deze titratie worden gevonden

Vraag 7 (monografie Octyldodecanol, bijlage 2) -15 punten

Welke drie testen van het zuiverheidsonderzoek zouden als A, B en C vermeld staan onder de bepaling van de identiteit ?

Vraag 8 (monografie Octyldodecanol, bijlage 2) - 10 punten

Raadpleeg zo nodig over de gaschromatografie bijlage 4.

In de onderstaande tabel staan de resultaten van het gaschromatografisch onderzoek vermeld. Geef aan of het onderzochte preparaat aan de eisen voor het gehalte voldoet.

retentietijd

oppervlak

125

121.357.832

125

121.357.832

290

1.653

312

1.066.793

324

232.467

335

2.385


Farmaceutische Analyse 5e-jaar |

10 mei 1999