Universiteit Utrecht

Faculteit Farmacie


Farmaceutische Analyse


Schriftelijke toets Grondstoffenonderzoek op 21 september 2001

Raadpleeg ook de uitwerking van dit tentamen.


 


A. Monografie Crotamiton (1998:1194): zie bijlage.

Lees de monografie aandachtig door en beantwoord dan de vragen.

Zie ook BIJLAGE SYNTHESEROUTES.

B. Algemene vragen.

 

A. Monografie Crotamiton.

DEFINITION

Vraag 1. 5 pt

In de monografie is de structuurformule van de E-isomeer weergegeven. Hoe ziet de Z-isomeer eruit?

IDENTIFICATION

Identificatie A.

Vraag 2. 5 pt

Welke extinctie zal men meten als men reactie A precies volgens voorschrift uitvoert, en kwartscuvetten gebruikt met een weglengte van 10 mm?

Identificatie D.

Vraag 3. 5 pt

Met welk gedeelte van de structuur van crotamiton reageert permanganaat, en welk bruin product ontstaat er?

TESTS

Relative density.

Vraag 4. 5 pt

a. Beschrijf hoe men voor dit doel het beste de dichtheid kan bepalen. Geef ook de formule waarmee de dichtheid kan worden berekend.

Free amines.

Vraag 5. 5 pt

Het getal 500 voor de grensconcentratie in ppm (als ethylaminotolueen) is slechts een benaderde waarde. Bereken de "exacte" waarde. C = 12, H = 1, N = 14, O = 16.

Zie ook BIJLAGE METANILGEEL

Chlorides.

Vraag 6. 5 pt

Geef een verklaring voor het feit dat men hier met natriumhydroxide in alcoholisch milieu laat koken en vervolgens een extractie uitvoert met ether. Geef ook aan welk(e) product(en) er in de bovenste laag zitten.

Related substances.

Vraag 7. 10 pt

In de bijgeleverde monografie (bijlage) zijn de getallen voor de concentraties onleesbaar gemaakt. Geef met behulp van een berekening aan wat er op de plaats van # en $ moet staan.

ASSAY

Vraag 8. 5 pt

Indien geen onderscheid tussen Z- en E-isomeer gemaakt zou behoeven te worden, zou het gehalte dan ook door middel van een titratie kunnen worden bepaald en zo ja, welk type titratie komt dan het eerst in aanmerking?

 

 

 

 

 

Vragen 8 t/m 12: volgende blad.

HPLC-resultaten van onderzoek van een crotamiton-monster.

Er is een monster van de grondstof crotamiton onderzocht op gehalte en verwante verbindingen. Nadat met behulp van de referentieoplossingen (b) en (d) de vloeistofchromatograaf volgens voorschrift correct is ingesteld zijn injecties gedaan van 20 μl van de vijf voor de bepalingen voorgeschreven oplossingen.

In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven. De oppervlakken zijn in de willekeurige eenheden aangegeven die de integratie-apparatuur levert. Voor testoplossing (a) is 49,9 mg van de te onderzoeken grondstof gebruikt, voor referentieoplossing (a) 50,2 mg crotamiton CRS

retentietijd (s)

test(a)

test(b)

ref(a)

ref(b)

ref(c)

166

298

12

16

 

 

183

314001

15699

13592

124

3143

220

8882

446

560

 

82

290

56900

2845

2703

63220

573

303

213

14

17

 

 

365

1717483

85854

87980

234

17171

409

5243

260

298

 

55

514

301

20

10

 

 

665

3790

185

175

 

33

903

240

15

11

 

 

Vraag 9. 15 pt

a. Bereken het gehalte (som van E- en Z-isomeren) en het percentage van de Z-isomeer.

b. Voldoen deze gehaltes aan de eis?

Vraag 10. 15 pt

Geef aan of het monster voldoet aan de eisen m.b.t. verwante verbindingen.

 

B. ALGEMENE VRAGEN

Vraag 11. 10 pt

Bij de test op zware metalen wordt als reagens gebruikt een oplossing van thioacetamide die in een geschikt alkalisch milieu korte tijd wordt verwarmd. Beschrijf de reactie waarop de test gebaseerd is en geef daarbij ook aan wat er als standaard wordt gebruikt. Beschrijf ook wat men moet waarnemen wil men de grondstofstof voor deze test kunnen goedkeuren.

Vraag 12. 10 pt

Bij de grensreactie op arseen wordt het monster in een erlenmeyer verwarmd in zuur milieu met stannochloride, kaliumjodide en zinkpellets. In de buis die op de kolf is geplaatst zitten loodacetaatwatten, terwijl bovenin de opstelling zich een papiertje met mercuribromide bevindt.

- Geef aan wat de functie is van het zink.

- Wat is het ontstane agens dat het mercuribromidepapiertje geel kleurt?

- Wat is de functie van de loodacetaatwatten?

Vraag 13. 5 pt

Geef minstens twee redenen aan waarom men soms bij een gehaltebepaling significant boven de 100% uitkomt. (Hierbij uit te sluiten mogelijkheden als: rekenfout, verkeerde titer, etc.)

 

BIJLAGE SYNTHESEROUTES

Raadpleeg hiervoor het schema met de mogelijke syntheseroutes uit het onderdeel "Darstellung" (= Synthese) uit de monografie Crotamiton van het Kommentar zur PH. EUR. NT 1998.

 

BIJLAGE METANILGEEL (Ph. Eur.)

Metanil yellow. C18H14N3NaO3S. (Mr 375.4)

Sodium 3-[4-(phenylamino)phenylazo]benzenesulphonate.

A brownish-yellow powder, soluble in water and in alcohol, very slightly soluble in ether.

Metanil yellow solution. A 1 g/l solution in methanol R.

Test for sensitivity. To 50 ml of anhydrous acetic acid R add 0.1 ml of the metanil yellow solution. Add 0.05 ml of 0.1 M perchloric acid; the colour changes from pinkish-red to violet.

Colour change. pH 1.2 (red) to pH 2.3 (orange-yellow).

 

 

 


Farmaceutische Analyse 5e-jaar |


10 september 1999
Staf Farmaceutische Analyse 5e-jaar