- "Water, carbon dioxide free": Zelf demiwater uitkoken (ca. 5 min), laten afkoelen in een erlenmeyer met kalkstopbuisje(dus niet met een stop erop, dat zuigt zichzelf vast!).
- Broomthymol blue solution R: Als het woordje solution achteraan staat, is het vaak standaard op voorraad.
- 0.00015% solution of potassium bromide R: Als solution of voor de stof staat betekent het dat je zelf de desbetreffende oplossing moet maken.
- Als ergens bijstaat "prepare immediatly before use" dan is het dus niet op voorraad en dient het dus ter plekke zelf gemaakt te worden.
- Uiterlijk van de oplossing
- helderheid (altijd vergelijken met een geschikte referentie, hiervoor dient vaak zelf een verdunning gemaakt te worden van een aanwezige standaard)
- kleurgraad (altijd vergelijken met een geschikte referentie, hiervoor dient vaak zelf een oplossing gemaakt te worden uit de aanwezige basiskleur-oplossingen)
- Zuurgraad
- pH
- m.b.v pH-meter of pH-indicatorstrips
- Relatieve dichtheid
- pycnometer, neem altijd de netto gewichten om mee te rekenen!
- elektronische dichtheidsmeter
- Brekingsindex
- Optische rotatie
- Let op het verschil tussen specifieke rotatie en rotatiehoek (vaak opgegeven voor een 1 dm buis, wij gebruiken echter altijd 2 dm buizen)
- Smeltpunt
- Stolpunt
- Ampèrometrische titratie
- potentiograaf met polarizer
- Titrino
- Potentiometrische titratie
- AES: lithium, kalium en natrium
- AAS: calcium, zink, koper, lood, nikkel
- UV-VIS spectrometrie
- DLC
- silicagel 60 F254 (ligt op de zaal)
- silicagel 60 F254,gesilaniseerd.(halen bij de practicumleiding)
- RP_18 F254 (voor vetten,halen bij de practicumleiding)
- kieselguhr (halen bij de practicumleiding)
- cellulose (halen bij de practicumleiding)
- GC en HPLC
- Droogverlies
- drogen tot constant gewicht (bijna altijd)
- drogen voor een bepaalde tijd (alleen als dit er expliciet bij staat)
- Watergehalte met de semi-micro methode volgens Karl Fischer.
- Sulfaatas, tijdens het practicum gedeelte hoeft dit slechts 1 keer uitgevoerd te worden in verband met overlast op zaal en hoge milieubelasting. Tijdens de toets dient de test natuurlijk wel uitgevoerd te worden (indien daar nog tijd voor is).
- Rest na verdamping, let op: dit duurt vaak zeer lang!
Grensreacties
- voorschrift altijd exact uitvoeren!
- grenswaarde in % of ppm (mg per g)
- verwante verbindingen:
- m.b.v DLC/HPLC/GC
- verontreinigingen bekend:
- verontreinigingen onbekend:
- monster in voorgeschreven verdunning als vergelijkingsoplossing (meestal 0,5% - 2%)
- system suitability test: vaak een test om te kijken of het gekozen systeem wel genoeg scheiding heeft. Hiervoor wordt vaak bekeken of twee of meer op elkaar lijkende stoffen op het desbetreffende systeem van elkaar gescheiden worden. Een goed voorbeeld hiervan is dat voor de identificatie van suikers op een DLC als system-suitability test een mengsel van glucose, fructose, lactose en saccharose wordt opgebracht om te kijken of deze van elkaar gescheiden zijn.
- zware metalen
- principe: X2+ + S2- -> XS (zwart-bruin pp)
- sulfide gemaakt uit thioacetamide
- thioacetamide reagent R: thioacetamide-oplossing mengen met loog/glycerol en verwarmen op waterbad (20 sec.)
- testoplossing vergelijken met blanco en standaard
- vijf methodes:
- A: oplossen in water
- B: oplossen in organisch oplosmiddel
- C: verassen i.a.v. magnesiumsulfaat en zwavelzuur
- D: verassen i.a.v. magensiumoxide
- E: filtratiemethode
- ontledingsproducten, metaalionen:
- m.b.v UV/kleurreacties
- Voorbeeld 1: IJzer in NaCl
Iron (2.4.9). 10 ml of solution S complies with the limit test for iron (2 ppm). Prepare the standard using a mixture of 4 ml of iron standard solution (1 ppm Fe) R and 6 ml of water R.
Solution S. Dissolve 20.0 g in carbon dioxide-free water R prepared from distilled water R and dilute to 100.0 ml with the same solvent.
- Sulfaatas
- limiteren van anorganische verontreinigingen (kationen en silicaat)
- m.b.v. kwarts of platina kroes gloeien tot constant gewicht
- verassen van organische bestanddelen
Soms moet tot 800 graden celsisus verhit worden, dit dient dan te gebeuren in de moffeloven. Zet echter nooit een stof zomaar in die over, dan gaan alle dampen die er vanaf komen de zaal in. Altijd eerst voorzichtig in een zuurkast met een kleine brander verassen, daarna met een grote brander gloeien tot er niets meer gebeurd, pas dan kan het in de moffeloven geplaatst worden. Dit geld ook voor het verassen bij test C en D van de zware metalen.
- verassen van organische bestanddelen
- gewichtstoename meten
- Vetgetallen
- Zuurgetal om het aantal vrije vetzuren te limiteren (gebruik 0,1 M NaOH i.p.v. 0,1 M KOH)
- Estergetal (uit zuur- en verzepingsgetal)
- Hydroxylgetal om het aantal vrije alcoholgroepen te limiteren (niet op dit practicum)
- Joodadditiegetal om het aantal dubbele bindingen te bepalen (hvh reagens aanpassen)
- Peroxidegetal, een peroxidebinding is zeer reactief, daardoor reageren ze makkelijk met oxidatiegevoelige stoffen (bijv ergotamine en fenotiazines)
- Verzepingsgetal, geeft informatie over het (gemiddeld) molecuulmassa
- Onverzeepbare rest (niet op dit practicum)
- Net als bij een normale gehaltebepaling moet gecorrigeerd worden voor de nominale titers en moet het in duplo uitgevoerd worden (indien daar tijd voor is)
Gehaltebepalingen
Slotconclusie
Niet op dit practicum uit te voeren zijn:
- testen/gehaltebepalingen met kwikbevattende reagentia (alternatief bij assistentie)
- GC bij vette oliën
- DLC bij vreemde vetten
- hydroxylgetal
- onverzeepbare rest
- lood in suikers
- lood en nikkel in polyolen
- AAS van ijzer
- diverse testen waarvoor reagentia en/of apparatuur niet aanwezig zijn
Literatuur
- Dictaat European Pharmacopoeia, 3rd edition, extract, reader 2.14
- Computerversie van de volledige Europese Farmacopee is beschikbaar op de terminals in de handbibliotheek
- Drs F.B. Schut-Meijwes, Prof. Dr. A.Bult, Dr. J. Renema. De Europese Farmacopee - Grondstofonderzoek. dictaat 2.12 (herziene uitgave 2000)
- Commentaar op het DAB
- PharmEuropa: concept monografieën en wijzigingen
- Roth & Blaschke: Pharmazeutische Analytik
- De internetsite
Deel 3: Het schrijven van een meetrapport
Algemene aandachtspunten
- het rapport dient netjes en leesbaar zijn voor iedereen.
- vermeld alle relevante gegevens en resultaten, maar doe dit kort en bondig.
- vergeet niet kopieën van alle gebruikte monografieën bij te voegen.
- vergeet niet alle bijlagen toe te voegen.
- het meetrapport behoort in het Nederlands te worden opgesteld. De neiging bestaat Engelse woorden tussen te voegen.
- geef, indien noodzakelijk, duidelijke verwijzingen. De lezer moet niet op het verkeerde been worden gezet.
- trek de juiste conclusies uit de gegevens en schrijf deze op.
Rapporthoofd
Hier moet gewoon alles ingevuld worden (naam, declaratie etc.). Bij het serienummer: vermeld uit welke editie van de Farmacopee de monografie komt.
Identiteit en voorproeven
- Let goed op het etiket van het uitgereikte grondstofpotje. Kleine letters en verschillen in woorden kunnen veel uitmaken.
- Trek bij iedere voorproef een conclusie.
- Waarneming en conclusie zijn twee aparte onderdelen: ze zijn dus gescheiden. Zorg ervoor dat duidelijk is welke conclusie bij welke waarneming hoort.
- De conclusies moeten duidelijk en eenduidig zijn. Dus niet: "Klopt", "o.k."
- Geef aan wat je verwacht te zien. B.v.: pH testoplossing = 3.08, verwacht = ongeveer 7. De conclusie is dan: voldoet niet.
- Wees niet te voorbarig met je conclusies. Als je het watergehalte nog niet bepaald hebt, weet je ook niet of het anhydraat of het monohydraat is.
- Wees ook niet te stellig met je conclusies. Als iets oplost in water kan je geen conclusie trekken "is �", alleen "komt overeen met wat verwacht wordt voor �".
- Voer ook de eenvoudige voorproeven uit zoals: kleur, geur, kristallijn zijn, oplosbaarheden, mengbaarheden.
- Trek een conclusie betreffende de vermoedelijke identiteit. Vul het nummer van de monografie in.
Identiteitsreacties
- Schrijf zo duidelijk mogelijk op wat je ziet (kleur, geur, gasontwikkeling etc.). Schrijf niet: "Waarneming zoals beschreven in de monografie". Schrijf ook niet: "Geen witte neerslag" maar schrijf "Neerslag is roze". Het is niet belangrijk wat er niet gebeurt, maar wat er wel gebeurt.
- Voer waar mogelijk de tests ook met een referentie uit.
- Wees bij je conclusies zo specifiek mogelijk. B.v.: doe je een test op Cl-, concludeer dan ook dat er Cl- in zit en niet dat het overeenkomt met de eigenschappen van papaverine HCl.
- pH-metingen met papiertjes zijn niet nauwkeurig; vaak hebben ze meerdere omslagpunten.
- Geef de belangrijke testomstandigheden (bijvoorbeeld de temperatuur).
- Laat op je bijlagen goed zien wat er te zien is. Benoem de pieken en vlekken, geef de concentraties weer, nummer de bijlagen, geef de bijlagen een naam.
- Trek een conclusie betreffende de identiteit. Vul het nummer van de monografie in.
Priotiteitenvolgorde
- Geef deze altijd weer. Een test met een hoge prioriteit moet in ieder geval worden uitgevoerd. Het kan dus niet zo zijn dat een dergelijke test niet is gedaan wegens tijdgebrek. Dit geldt vooral voor de toets.
- Een hulpje bij de bepaling van de prioriteitenvolgorde:
- Toxische verontreinigingen
- Gehalte/water
- Storende verontreinigingen
- Gidsverontreinigingen
Zuiverheidsonderzoek
- Zorg dat de layout goed is en de gegevens die bij elkaar horen op dezelfde hoogte staan.
- Ook hier geldt: een waarneming is wat je wel ziet gebeuren. Schrijf niet: "Kleur minder dan de standaard" want dat vertelt niet veel. Schrijf: "Standaard roze, testoplossing kleurloos" e.d.
- Geef de eisen weer en vergelijk de waarneming hiermee.
- Geef alle weeggetallen, oploshoeveelheden, titers etc. weer.
- Geef alle getallen weer van de droging tot constant gewicht. Bewijs dus dat het gewicht constant is. Middel de laatste twee meetwaarden.
- Geef bij de getallen duidelijk aan wat ze voorstellen (extinctie, absorptie, emissie, gewicht) en geef ook de eenheden. Geef de getallen in significante cijfers.
- Laat bij de waarnemingen duidelijk zien ten opzichte waarvan de waarneming wordt genomen.
- Als bepaalde tests niet gedaan worden, geef dan aan waarom niet.
- Van oplossing S zijn de kleur en de herderheid twee afzonderlijke tests.
- Let op het verschil tussen "test ongeldig" en "test voldoet niet". In het eerste geval zal de test moeten worden overgedaan (of dat adviseren in de eindconclusie), in het tweede geval moet de stof worden afgekeurd.
Droogverlies of waterbepaling volgens Karl Fischer
- Let op constant gewicht. Zie hiervoor opmerkingen hierboven.
- Geef de eis weer. Zie hiervoor de opmerkingen hierboven.
- Trek een conclusie.
Gehalte
- Vermeld de volledige berekening met alle evt. tussenstappen en alle meetwaarden.
- Vaak moet de gehaltebepaling op de droge stof berekend worden. Corrigeer dan voor het droogverlies. Vergeet niet deze correctie te vermelden.
- Geef de gebruikte titers weer. Corrigeer voor de titer.
- De gehaltebepaling wordt in duplouitgevoerd. De waarnemingen mogen alleen worden gemiddeld als het verschil in beide bepalingen niet te groot is. Het is aan de student om aan te geven in welk geval de spreiding in de meetwaarden te groot is. Geef het gehalte weer als het (gemiddeld) percentage.
- Opletten in de volgende gevallen:
- Gehalte is een factor 2 of 10 te hoog of te laag. Dit duidt vaak op rekenfouten of buretfouten.
- Als het gehalte ver boven de 100% uitkomt, dan is er een fout in de uitvoering of de berekening gemaakt!
- Geef altijd aan hoe de gehalteberekening is uitgevoerd weer. Dit voorkomt foutieve berekeningen en vereenvoudigd de controle.
- Let op het aantal significante cijfers.
- Kijk of het equivalentiepunt goed bepaald is.
- Trek een conclusie betreffende het gehalte. Geef de eis weer. Vergelijk dit met elkaar.
Slotconclusie
- Geef een motivatie bij de slotconclusie. Alleen "afgekeurd" is niet voldoende.
- De stof wordt afgekeurd als de declaratie niet juist is.
- Geef aan dat je verder getest hebt op de verwisselde stof.
- Geef aan waarvoor de stof wel en niet voldoet.
- Als tests niet goed zijn verlopen dan is een herkeuring noodzakelijk. Er moet dan wel een goede reden zijn voor herkeuren.
- Geef aan welke tests nog niet gedaan zijn. De grondstof kan dan nog niet worden goedkeurd.
- Als de stof op een test is afgekeurd dan is herkeuren op andere tests overbodig.
- De slotconclusie moet overeenkomen met de deelconclusies.
- Bespreek onduidelijke resultaten en probeer een goede verklaring te vinden.
Bijlagen
- Verwijs in het rapport naar de bijlagen.
- Nummer alle bijlagen.
- Geef de bijlage een naam waardoor duidelijk wordt wat de bijlage bevat (bijv: Bijlage 1a: Infra-rood spectrum van referentie paracetamol).
- Vermeld op elke bijlage de datum en tijd van uitvoering.
- Vermeld op elke bijlage de relevante omstandigheden en instellingen.
- Order de bijlagen op een geschikte manier, bijv. op volgorde vast nieten of in een ringband.
- Bewaar alle bijlagen, ook als ze niet nuttig (lijken te) zijn.
Farmaceutische Analyse 5e-jaar
|
18 januari 2001
Staf Farmaceutische Analyse 5e-jaar